Uw beweging is onze zorg

Patiënteninformatie

De behandeling van een trigger finger

Inhoud

Andere benamingen voor trigger finger zijn: Hokkende vinger, knappende vinger, knoepende vinger, springvinger, ‘snapping finger’, tendovaginitis stenosans of tendinitis nodosa.

Deze folder bevat algemene informatie over de oorzaken, klachten en behandelingen van een trigger finger. Het is bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts. Algemene informatie kan niet compleet zijn en kan niet altijd recht doen aan iedere individuele situatie, per persoon kan de situatie net anders zijn dan hieronder beschreven.

Wat is een trigger finger?

Een trigger finger is een aandoening van de buigpees of peeskoker van de vinger die gepaard gaat met pijn en het minder goed kunnen bewegen van de vinger. Het is een van de meest voorkomende handafwijkingen.

De buigpezen van de vingers lopen door diverse peeskokers (pulleys). Door irritatie kan een plaatselijke verdikking (nodule) van de pees of peeskoker ontstaan. Dit is meestal ter plaatse van de peeskoker in de handpalm. Hierdoor beweegt de pees niet meer soepel door de peeskoker. Dit veroorzaakt pijn en een haperend bewegingspatroon, waarbij de peesverdikking bij het buigen en strekken van de vinger blijft hangen (hokken) in de peeskoker. Met een pijnlijke ‘knap’ kan de verdikking de peeskoker dan ineens passeren. Dit is het ’trigger’ fenomeen.

Oorzaak

De oorzaak van een trigger finger is niet altijd duidelijk. Het kan voorkomen na zware inspanning, maar meestal is geen duidelijke oorzaak aanwezig. Het komt vooral voor bij vrouwen in de overgang, reumapatiënten, suikerpatiënten en schildklierproblemen. Maar het kan in de duim ook aangeboren zijn.

Klachten

De klachten beginnen meestal met een vervelend gevoel bij buigen en strekken van de vinger of duim. Wanneer de vinger gaat ’hokken’, lijkt het soms alsof het probleem in het middelste gewricht van de vinger zit. In ernstige gevallen staat de vinger in een buigstand en is strekken alleen mogelijk door hulp van de andere hand. Op een gegeven moment kan de pees zodanig vastlopen dat de vinger niet meer volledig te buigen of strekken is.

Behandelingen

Er zijn verschillende behandelingen, variërend van afwachten tot opereren. Dit hangt o.a. af van de duur en de ernst van de klachten. 

  • Corticosteroïd injectie
    Met inspuiten van ontstekingsremmende medicijnen (corticosteroïden) in de peesschede kan de irritatie en verdikking van de pees en peeskoker worden verminderd. Als de verdikking voldoende afneemt, kan de pees weer soepel heen en weer bewegen in de peeskoker. Het effect van een dergelijk inspuiting wisselt en is niet altijd blijvend.  De inspuiting kan 1-2 keer worden herhaald, meer is niet gewenst.
  • Operatieve release van de peeskoker
    Hierbij wordt de te strakke peeskoker geopend, zodat de pees weer vrij kan bewegen. Een poliklinische operatie kan gewenst zijn als de klachten reeds lang bestaan of indien de inspuiting geen effect heeft (de klachten komen na inspuiting weer terug).

Operatieve behandeling

De operatie vindt poliklinisch plaats. Onder plaatselijke verdoving wordt een kleine huidsnede in de handpalm gemaakt, waarna de peeskoker in de lengterichting wordt ingesneden en geopend (een zogeheten ’release’). In de pees zelf wordt niet gesneden. Zo ontstaat voldoende ruimte voor de pees, waardoor die weer ongehinderd heen en weer kan bewegen. De eventueel aanwezige verdikking in de pees verdwijnt daarna in de loop van de tijd vanzelf. De huid wordt gesloten met 2 tot 3 hechtingen. De operatie duurt ongeveer 10 tot 15 minuten.

Voorbereiding voor de operatie

  • Voorafgaand aan de operatie moeten bloed verdunnende medicijnen worden gestaakt; dit bespreekt u tijdens het polikliniekbezoek met uw arts.
  • U mag zich de dag van de operatie niet insmeren met bodylotion of olie. U wordt verzocht om sieraden (ringen, armbanden, horloges) af te doen en thuis te laten.

Na de operatie, de nabehandeling

  • Na enkele uren is de verdoving uitgewerkt. U kunt dan paracetamol nemen tegen de napijn (maximaal 3 x 1000 mg per 24 uur), eventueel aangevuld met ibuprofen (maximaal 3 x 400 mg per 24 uur, lees voor gebruik de bijsluiter). Over het algemeen heeft u weinig napijn.
  • Na de operatie krijgt u een drukverband om de hand, waarbij de vingers vrij blijven. Ook wordt de hand in een draagdoek (mitella) geplaatst om de kans op zwelling te verminderen.
  • Het is goed als u de vingers al vroeg na de operatie begint te bewegen. Hierdoor kan stug littekenweefsel zich niet langs de pezen afzetten en kunnen verklevingen worden voorkomen. Tevens vermindert dit de zwelling van de vingers.
  • Het drukverband mag u na 2 dagen zelf verwijderen en de wond douchen. Op de wond plakt u zo nodig een pleister.
  • Na 10 tot 12 dagen komt u terug op de polikliniek om de hechtingen te laten verwijderen. Een afspraak hiervoor krijgt u na de ingreep mee. Na verwijderen van de hechtingen mag de hand geleidelijk meer worden belast. Uw wordt geadviseerd de eerste 6 weken na de operatie het stevig vastgrijpen en zwaar tillen te beperken.

Resultaat van de operatie, wat u kan verwachten

Na de operatie is de beweeglijkheid van de vingers gelijk verbeterd en de typische pijn ter plaatse van de peeskoker is verdwenen. Sommige patiënten hebben na de operatie nog enige tijd een lichte zwelling en pijn ter plaatse van het litteken of stijfheid van de vinger. Dit is met name bij patiënten met reuma of suikerziekte. Bij lang bestaande klachten, kan het middelste vingergewricht nog enige tijd stijf zijn. Het duurt meestal 3-4 maanden voordat het litteken weer soepel wordt.

Mogelijke complicaties, wat zijn de risico’s

Zoals bij alle operaties kunnen complicaties als wondinfectie en nabloeding optreden. De kans is echter klein en ze kunnen vrijwel altijd goed worden behandeld

Letsel van pees of zenuw is uitermate zeldzaam. Als de peeskoker over een te lang traject wordt losgemaakt, kan krachtsvermindering bij buigen van de vingers optreden. In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat de klachten niet geheel verdwijnen of weer terugkomen. Een nieuwe operatie kan dan nodig zijn.

Tot slot

Voor meer informatie kunt u een afspraak maken op het RHOC Hand en Pols Centrum bij dr. R. Deijkers of dr. G. Kraan. U kunt een afspraak maken via nummer 079-206 5500.

Print deze folder

Contact

Let op

U kunt alleen bij ons Orthopedisch Centrum terecht met een doorverwijzing van uw huisarts of specialist.