Uw beweging is onze zorg

Patiënteninformatie

Scheur in de schouderpezen (cuff-repair)

Inhoud

Er is een scheur vastgesteld in een of meerdere pezen rondom uw schouder. Daarom heeft u in samenspraak met de orthopedisch chirurg besloten deze te hechten (cuff repair). In deze folder vindt u de belangrijkste informatie over de operatie, de voorbereidingen en het herstel erna.

Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder? Stel deze dan gerust aan uw behandelend arts.

Wat is een scheur in de schouderpezen?

De schouder bestaat uit een ronde kop en een oppervlakkige kom. Het gewricht wordt omgeven door schouderpezen (rotator-cuff); dat zijn pezen en spieren rondom de schouderkop. Deze zorgen er samen voor dat de arm bijna alle kanten op kan bewegen en dat de kop op zijn plaats blijft.

De rotator cuff bestaat uit vier pezen; één aan de voorzijde (subscapularis), één bovenop (supraspinatus) en twee achterop de schouder (infraspinatus en teres major).

Door een ongeval, of als gevolg van ouderdom, kan een scheur in één of meerdere pezen ontstaan. Met een kijkoperatie kunnen de pezen worden gehecht (cuff-repair).

Figuur 1. Vooraanzicht van de schouder (Bron: www.zorgvoorbeweging.nl, Myrthe Boymans illustraties)

Andere oorzaken van pijn

Soms zijn er nog andere oorzaken van pijn. Deze kunnen direct worden behandeld bij een cuff-repair. Een voorbeeld is de dunne bicepspees: deze loopt van binnenin het schoudergewricht via een gootje in uw bovenarm naar beneden. De pees verzorgt slechts een klein deel van de totale biceps-kracht. Als deze pees slijt, of buiten zijn gootje komt te liggen, veroorzaakt dat soms pijn.

De dunne bicepspees kan dan worden losgemaakt, zodat de spanning van de pees afgaat (tenotomie). Na het losmaken heeft u geen last van functieverlies tijdens uw dagelijkse activiteiten, omdat de dikke bicepspees blijft vastzitten. Wel kan de spierbal een beetje uitzakken (het Popeye-fenomeen), ook kan tijdelijk wat spierkramp optreden, dit trekt vanzelf weer weg. Soms is dit reden om tijdens de operatie de dunne bicepspees iets lager weer vast te maken (tenodese). Hiervoor kan een extra litteken nodig zijn.

Vaak is er ook sprake van AC-artrose. Dat is slijtage van een klein gewricht tussen het schouderblad (acromion) en sleutelbeen (clavicula). Als dat pijnklachten geeft, kan het gewrichtje iets wijder worden gemaakt door een paar millimeter van het sleutelbeen af te halen.                   

Wat is een kijkoperatie en hoe gaat dit?

Bij een kijkoperatie kan de orthopedisch chirurg via enkele kleine sneetjes van ongeveer één centimeter met een camera en instrumentjes in uw schouder werken. Deze sneetjes zitten rondom het schoudergewricht.

De operatie wordt ingepland

Na uw gesprek met de orthopeed krijgt u twee afspraken om uw operatie voor te bereiden:

  • Een afspraak met de anesthesioloog: deze bespreekt uw algehele gezondheid en de verdoving tijdens de operatie. U vult vooraf een vragenlijst in over uw medische voorgeschiedenis. Indien u medicatie gebruikt, krijgt u op de poli anesthesie te horen welke medicijnen u wel of niet thuis mag innemen voor de operatie.
  • Een belafspraak met de verpleegkundige: deze geeft informatie over de opname en eventuele nazorg.

Uw operatiedatum wordt gepland door de afdeling operatieplanning. De datum hangt mede af van de wachtlijst. De operatieplanner geeft de datum schriftelijk aan u door, meestal enkele weken voor de operatie.

Als na de voorbereidende gesprekken uw gezondheid of medicijnen veranderen, wilt u dit dan voor opname doorgeven aan de operatieplanning? Dit geldt ook als u één of meerdere wondjes heeft, ziek bent of een infectie heeft.

Voorbereidingen voor opname

Wanneer u de datum van uw operatie weet, is het goed om thuis alvast enkele zaken voor te bereiden vóór uw opname.

Stoppen met roken

Stoppen met roken is voor alle operaties aan te raden. Het verlaagt de kans op wond- en botgenezingsstoornissen en daarmee ook de kans op een infectie. Het beste effect bereikt u als u twee tot drie maanden voor de ingreep stopt.

Welke hulpmiddelen heeft u nodig?

Ruimzittende bovenkleding, met gemakkelijke sluiting.

Zorg verder voor:

  • geen losse kleedjes op de vloeren;
  • een antislipmat in uw badkamer;
  • eventuele hulp in de huishouding en bij boodschappen doen;
  • eventueel maaltijdvoorziening.

Na de operatie moet u veel alledaagse handelingen (zoals aan- en uitkleden, toiletgang, eten klaarmaken) met één hand uitvoeren. Het is aan te raden dit al voor de operatie te oefenen.

Als u thuis extra hulp nodig denkt te hebben, kunt u dit bij uw belafspraak met de verpleegkundige aangeven. De verpleegkundige op de afdeling dient dan een aanvraag in voor nazorg bij de zogenaamde transferverpleegkundige.

Gebruik geen huidlotion of crèmes

Vanaf de dag vóór de operatie mag u geen huidlotion of crèmes meer gebruiken. Ook mogen de nagels niet gelakt zijn. Dit vanwege de desinfectans die op de operatiekamer wordt aangebracht.

De dag van de operatie

Op de dag van uw operatie komt u ‘s ochtends naar het Orthopedisch Centrum.

U komt nuchter (zie voor verdere uitleg de folder Anesthesie).

Nadat u op de afdeling bent opgevangen, krijgt u een kort opnamegesprek met de verpleegkundige. Zij geeft u een naambandje om met uw naam en geboortedatum.

Zodra de operatiekamer belt dat u mag komen, begeleidt een service-assistent u naar een kleedruimte. Hier trekt u een operatiejas aan. Sieraden, bril, lenzen en een eventuele gebitsprothese moet u uitdoen. Gehoortoestellen kunt u inhouden. Uw kleding en persoonlijke bezittingen worden opgeruimd in een af te sluiten locker. Laat zoveel mogelijk spullen thuis.

U gaat lopend naar de voorbereidingskamer (holding) voor de operatie. Hier wordt u ontvangen en voorbereid voor de operatie. Daarna wordt u in een bed naar de operatiekamer gebracht.

Hoe gaat de operatie?

Voorafgaand aan de operatie krijgt u via het infuus antibiotica om de kans op infectie zo klein mogelijk te maken. Voor de operatie start krijgt u een prik in uw hals, waardoor de arm wordt verdoofd (zenuwblokkade). Ook gaat u onder algehele narcose. De operatie start zodra u slaapt.

  • Uw schouder wordt met steriele doeken afgedekt.
  • Via drie of vier steekgaatjes van elk ongeveer één centimeter werkt de orthopedisch chirurg in uw schouder met de instrumenten.
  • Eerst kijkt de arts via een kleine camera uw hele schouder na op eventuele andere problemen. Daarna worden de pezen gerepareerd.
  • Dit gebeurt met behulp van hechtingen en botankers: een soort plugjes. Deze blijven in het bot zitten en lossen niet op. U voelt hier niets van.
  • Na de operatie wordt u wakker met uw arm in een immobilizer (mitella).
  • De operatie duurt ongeveer anderhalf uur.

Na de operatie

De immobilizer. Deze draagt u de eerste zes weken na de operatie.

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier blijft u ongeveer een uur, waarna u teruggaat naar de afdeling. U heeft na de operatie een infuus en eventueel zuurstof via een slangetje.

  • Net als tijdens de operatie, controleren we op de verpleegafdeling regelmatig uw bloeddruk, polsslag, ademhaling, temperatuur, urineproductie, wondjes en de mate van pijn.
  • De orthopedisch chirurg komt op de uitslaapkamer of ‘s middags op de afdeling bij u langs om te vertellen hoe de operatie is gegaan.
  • De fysiotherapeut komt op de afdeling langs om het bewegen met u te oefenen.
  • Het gevoel in uw arm komt meestal binnen 24 uur na de operatie terug. U krijgt dan pijnstillers om de pijn onder controle te houden.
  • Reken erop dat u één nacht in het ziekenhuis blijft na de operatie.

Medicatie

Neem tijdens de opname nooit eigen medicijnen in zonder dit eerst te overleggen met de verpleegkundige. Zo nodig krijgt u van ons de medicatie die u thuis gebruikte.

Pijnstilling

U krijgt medicijnen tegen de pijn, ook voor thuis, na de operatie. U wordt hierover ook geïnformeerd op de poli anesthesie.

Misselijkheid

Laat het de verpleegkundige weten als u misselijk bent na de operatie. U kunt hier medicijnen tegen krijgen.

Nabehandeling

Het herstel van een cuff-repair duurt zes maanden tot een jaar.

Onderstaand is een richtlijn voor het herstel in de eerste maanden. Het duurt zes weken voordat de pees weer is vastgegroeid aan het bot, u draagt gedurende deze zes weken de immobilizer.

0-2 weken

  • U krijgt een recept voor pijnstilling mee bij ontslag.
  • Draag de immobilizer dag en nacht. Het is belangrijk dat de hand hoger hangt dan de elleboog.
  • Haal de arm ongeveer vijf keer per dag uit de immobilizer om de elleboog te strekken en pendeloefeningen te doen. Deze worden tijdens de opname aan u uitgelegd. Beweeg ook de hand en pols regelmatig, dit stimuleert de bloedsomloop.
  • U kunt alvast een afspraak maken bij een fysiotherapeut buiten het ziekenhuis.
  • Houd de wondjes twee dagen droog. Daarna mag u douchen, dep de wondjes dan droog. U kunt ze daarna bedekken met een pleister. Ga de eerste drie weken niet in bad, dit kan de wondjes week maken.

2-6 weken

  • Bij de wondcontrole twee weken na de operatie worden de hechtingen verwijderd.
  • U start daarna met het bewegen van de arm. Op de verwijzing uit het ziekenhuis staat hoeveel u uw arm mag bewegen.
  • Tijdens het bewegen blijft u binnen de pijngrens. Dit betekent dat het bewegen geen pijn mag doen.
  • Tussen de oefeningen door draagt u de immobilizer.

6-12 weken

  • Bij controle zes weken na de operatie beoordelen wij de beweeglijkheid van de schouder.
  • U mag de immobilizer vanaf nu aflaten, en de beweging verder opbouwen. Pijn blijft daarbij de grens.
  • In deze periode kunt u ook weer starten met fietsen en autorijden.

Vanaf week 13

  • Bij controle ongeveer twaalf weken na de operatie, beoordelen wij opnieuw de beweeglijkheid van uw schouder.
  • U gaat verder met het opbouwen van beweging en kracht onder leiding van uw fysiotherapeut.
  • Zes tot negen maanden na de operatie is meestal de laatste controle.

Complicaties

Bij iedere operatie kunnen complicaties optreden. De kans hierop is klein. Toch is het wel van belang dat u hier vooraf van op de hoogte bent.

De meest voorkomende complicaties na een cuff repair zijn:

  • Nabloeding;
  • Wondinfectie;
  • De pees geneest niet of scheurt opnieuw. U kunt de kans hierop sterk verkleinen door u goed aan de leefregels te houden;
  • Een tijdelijk stijve, pijnlijke schouder door een steriele ontsteking van het gewrichtskapsel. Dit herstelt vanzelf;
  • Zenuwbeschadiging.

Als ook de bicepspees wordt behandeld, kan daarnaast sprake zijn van:

  • Een ‘Popye fenomeen’, de spierbal kan iets naar beneden zakken;
  • Tijdelijke spierkramp in de spierbal.

Aandachtspunten na ontslag

U neemt contact met ons op:

  • Als de pijn verandert van plaats, ernst of karakter
  • Bij tekenen van infectie: (toename van) wondlekkage of zwelling, aanhoudend kloppend gevoel of roodheid
  • Bij koorts (boven 38,5 ºC).

Contact opnemen

  • Tijdens kantooruren: de polikliniek verpleegkundige van het Orthopedisch Centrum, telefoonnummer 079-206 5500.
  • Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de afdeling, telefoonnummer 079-206 5600.
  • Algemeen nummer van het Reinier Haga Orthopedisch Centrum: 079-206 5500

Vragen?

Heeft u na het lezen van bovenstaande informatie nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met de polikliniek verpleegkundige. Telefoonnummer: (079) 206 5500.

Print deze folder

Contact

Let op

U kunt alleen bij ons Orthopedisch Centrum terecht met een doorverwijzing van uw huisarts of specialist.